zaterdag 8 oktober 2011

De weg.

Ik bevond mij in een gele torenkraan (zonder giek, die zag ik niet.) en het bewoog zich voort op reusachtige poten. Over een smalle weg vol obstakels waar het zich ternauwernood overheen kon worstelen. Er bevond zich van alles op de weg, wrakken van auto`s,verwrongen staal, kuilen en bulten.
deze weg liep schuin naar een snelweg toe, Daar moest ik op de snelweg zien te komen, deze weg was te gevaarlijk voor mij en de machine. bij de snelweg aan gekomen bleek dat ik er onmogelijk op kon komen.
De hindernissen waren te groot voor mijn machine en ik moest verder.
De machine struikelde vaak net niet en een maal voelde ik het vallen en tijdens de val draaide de machine naar rechts. Gelukkig kon het zich herstellen en viel ik niet. Verder strompelend en struikelend vervolgde ik de smalle weg die weg draaide van de snelweg, waarop het erg druk was met allerlei auto`s.
Plots lag ik op de grond en keek tegen de onderkant van de machine en het torende hoog boven mij uit,staand op zijn 4 poten.
Ik zag dat er ook wielen onder zaten. Bij sommigen vielen de stukken rubber eraf en sommige wielen hadden totaal geen banden meer en de velgen waren doorgesleten en er zaten gaten in en waren roestig.
Ik lag vlak bij een grote hoop zand die de weg blokkeerde, plots kwam er iemand op een fiets over de zandhoop heen en fietste rakelings langs mij heen.
Het was een studentikoos type met zwart haar,regenjas en een zwart hoornen montuur. Hij lachte.
Ik was zo geschrokken dat ik uitriep: Hee @!#$ kan je niet uitkijken!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten